P.I. Tsjaikovski / J. Leshnoff: Symfonie 4, Dubbelconcert voor klarinet en fagot / Pittsburgh Symphony Orchestra / Manfred Honeck Opname live mei 2016 en juni 2019, Heinz hall of Performing Arts Pittsburgh Reference Recordings FR-738SACD / DSD2.0 en 5.0, PCM2.0
Ben je ‘in’ voor muzikaal vuurwerk? Hou je van veel koper en heel veel dynamiek? By the way: dynamiek is het verschil tussen de zachtst hoorbare en de luidste passage (in de HiFi-keten de luidst onvervormde passage) en niet zoals ik nogal eens op HiFi-shows hoor roepen ‘wat een dynamiek hè?’ want dan wordt meestal alleen maar ‘hard’ bedoeld… En wat het verdoeken van orkestrale dynamiek betreft ben je bij Reference Recordings aan het goede adres. Enige tijd geleden zat er naar mijn smaak teveel galm in die opnames maar sedert Sound Mirror Studios (mede-oprichter ene John Newton een oude bekende bij Philips Classics!) verantwoordelijk is voor de registraties van de live-optredens van de Pittsburgh S.O. zijn ze een lust voor het oor. Ik heb trouwens de ervaring dat opnames met enig ‘lucht’ om de instrumenten dan wel het orkest ook door het HiFi-luisterpubliek worden gewaardeerd; zou het komen omdat we qua akoestiek een beetje claustrofobisch aangelegd zijn?
De ervaren luisteraar van groot symfonisch werk zal het met me eens zijn dat Tsjaikovski een meester-orkestrator was. Zoals hij instrumenten en instrumentgroepen met elkaar laat spelen is ongekend. Zo ook in deze Vierde waarin het prachtige dromerige tweede deel ‘Andantine in modo di canzona’ – ja een lied voor orkest waarin de (hout)blazers mogen schitteren of het derde deel ‘Scherzo – Pizzicato ostinato’ oftewel lekker plukken aan de snaren maar wel graag allemaal tegelijk J. Manfred Honeck weet het orkest tot op het puntje van hun stoel te motiveren en er een waar feest van te maken. Zo ook in het zogenaamde dubbelconcert voor klarinet – gloedvol gespeeld door de eerste klarinettist Michael Rusinek – en fagot – waar Nancy Goeres als solo-fagottist van het Pittsburgh S.O. excelleert – van de Amerikaanse componist Jonathan Leshnoff (1973). Beide instrumenten ‘liggen’ mooi ingebed in de orkestpartij; niet te groot, niet te klein. Deze opname past weer in het rijtje ‘meesterwerken’ voor de HiFi-liefhebber die naast de specs de muziek ook kan waarderen.