Tips bij aanschaf van stereo.
De luidspreker is – samen met zijn plaatsing in en met de akoestiek van je kamer – de meest bepalende schakel voor de klank in je muziekinstallatie. Daarmee is niet gezegd dat de andere schakels (bronnen, versterker) niet belangrijk zijn, maar ze hebben een minder grote invloed op het resultaat.
Luidsprekers kiezen doe je met je eigen oren, met je eigen muziek en liefst in je eigen woonkamer. Sommige winkels geven je daarvoor de gelegenheid. In de winkel selecteer je uit de aangesloten luidsprekers twee hooguit drie sets die bij je budget passen en met je smaak overeenkomen. Vraag daarna om één van de sets even vóór de andere luidsprekers te plaatsen. Staan ze tussen andere modellen dan gaan die namelijk ook meeklinken en luister je als het ware naar meerdere luidsprekers tegelijk. Het heeft ook de voorkeur dat de andere luidsprekers worden kortgesloten of zelfs helemaal buiten de ruimte worden geplaatst, maar dat is misschien wat teveel gevraagd.
Als je gaat kiezen let dan op de volgende aspecten:
Is de luidspreker in staat mij muzikale details te laten horen; niet te weinig maar ook zeker niet teveel? Ik bedoel dan bijvoorbeeld te schel hoog of te bonkig laag. Een goede luidspreker valt niet op, waardoor je het er lang bij uit kunt houden. Algemeen: goede verstaanbaarheid en natuurgetrouwheid van de menselijke stem zegt meer over de kwaliteit van een luidspreker dan een stel brullende tenoren. Een solocontrabas zegt meer over de kwaliteit van lage tonen dan een voluit spelende bassectie van een rockband. Luister bijvoorbeeld liever naar een singer/songwriter dan een registratie van een massaal popfestival.
Watt / Gevoeligheid / Ohm:
Om maar met de deur in huis te vallen: “Hoeveel watt zijn deze luidsprekers?” Stop! Luidsprekers hebben geen vermogen – Watt is in de elektronica een eenheid voor vermogen – luidsprekers zijn geen gloeilampen. Het begrip Watt zegt niets over de kwaliteit van de luidspreker en al helemaal niet over de hoeveelheid geluid die er uit komt. Je kunt aan het vermogen geen zekerheid ontlenen want belastbaarheid is een heel rekbaar begrip. Luidsprekers gaan nu eenmaal meestal niet kapot door het vermogen, maar door vervorming. Dus dat lichte AV-receivertje, met dat lage vermogen, is een aanzienlijk grotere bedreiging voor je luidsprekers dan die stevige eindversterker van je buurman.
Goede luidsprekerfabrikanten geven hoogstens in de specificaties een aanbeveling als het om het vermogen gaat van de te gebruiken versterker. Je leest dan bijvoorbeeld in de folder: aanbevolen versterkervermogen, 50 tot 150 watt. De fabrikant zegt eigenlijk: gebruik minimaal een fatsoenlijke 50 watt versterker om ongelukken te voorkomen. De bovengrens is vaak ingegeven door commerciële overwegingen. Er is wel een technische bovengrens waarbij een luidspreker kapot kan gaan maar die zal je thuis doorgaans niet zo snel bereiken.
Veel belangrijker dan het begrip wattage is het begrip gevoeligheid of rendement. Een luidspreker is een omzetter van elektrische naar akoestische energie. Dat proces is in feite heel onrendabel. Het gemiddelde rendement van een moderne luidspreker komt niet boven de 5%. De kernvraag is dan ook: hoeveel vermogen moet ik vanuit de versterker naar de luidspreker sturen om een bepaalde geluidsdruk te krijgen? In een luidsprekerfolder vind je dan bijvoorbeeld de volgende opgave: 89dB/1W/m in 8 ohm. Als de versterker 1 watt naar de luidspreker stuurt levert dat op één meter afstand een geluidsdruk op van 89dB. Luidsprekers met een rendement van 83dB of minder zijn aan te merken als ongevoelig. Met deze informatie kun je een beetje inschatten hoe hard jouw systeem zal gaan spelen als je een kleine versterker combineert met een ongevoelige luidspreker.
Het begrip Ohm is eveneens lastig. Een luidspreker is letterlijk een last voor een versterker. De aanduiding is meestal vaag: luidsprekerimpedantie 4-8 ohm. Het probleem is dat de wisselstroomweerstand (= impedantie) varieert over het muzikale spectrum van laag naar hoog. Echte regels zijn er niet te geven. Laagohmige luidsprekers (<= 4 ohm) vragen een versterker die ruim bemeten is. Een verdubbeling van het vermogen bij halvering van de impedantie is een nobel streven. De meeste AV-receivers kunnen niet overweg met dit soort luidsprekers, uitzonderingen daargelaten. Kies dus voor luidsprekers met een nominale impedantie van minimaal 4 ohm.
Klein of groot / tweeweg of ‘veel’-weg
‘That’s the question’. Stel je voor dat er een instrument solo in je kamer komt spelen. Kan dat óók een contrabas zijn, dan is een vloerstaande of zuilluidsprekers wellicht een optie. Bedenk dat de luidsprekers er voor jou zijn en niet andersom. Soms is een zogenaamde monitor of boekenplankmodel geschikter – plaats ‘m in hemelsnaam niet op de grond, maar op een statief – maar wil je ook het onderste oktaaf van het muziekspectrum binnen halen, dan moet het formaat groter.
Op zich is het systeem van de luidsprekers niet belangrijk: d’Appolito (tweeter tussen twee woofers), bas-reflex, twee-weg of drie-weg. Er zijn vele wegen die naar Rome leiden. Een drie-weg luidspreker is echter moeilijker te construeren dan een twee-weg luidspreker. Bij een gelijke prijs is het daarom slimmer een twee-weg boven een drie-weg te nemen.
Een goede versterker heeft een goed hart en gezonde longen.
In het huidige aanbod zullen de meeste versterkers minimaal zo’n 50 watt in 8 ohm per kanaal kunnen leveren. Toch zitten hier ook addertjes onder het gras. Een goede versterker verdubbelt zijn vermogen als de impedantie wordt gehalveerd: een versterker die bijvoorbeeld aan 8 ohm 50 watt levert en aan 4 ohm 100 watt. En dan is het een goede. Let op: bij een buizenversterker werkt dat in de basis iets anders en moeten de impedanties van de versterker en de luidsprekers overeenkomen.
Probeer de combinatie, zeker ook als de CD-speler er bij gekozen moet worden.
Gebruik goede verbindingen, dat is belangrijk. Maak een keuze uit het assortiment dat de AV-winkelier heeft. De bekabeling is er voor om de apparaten met elkaar te verbinden. Kabels ‘klinken’ niet, maar moeten zorgen voor goede contacten en dragen daardoor wel degelijk bij aan het klankmatige resultaat van de hele keten.
Kabels
Er is veel te doen over kabels. Sommigen dichten er magische eigenschappen aan toe. Algemeen geldt als in het leven zelf: maak goede contacten. De overgangsweerstand moet zo klein mogelijk zijn en dat wordt bereikt door zo goed mogelijke verbindingen te maken. Reinig de pluggen jaarlijks; vaak is het al voldoende om de plug twee tot drie keer opnieuw in het betreffende apparaat te steken.
Bi-wiring – bij bijna elke luidspreker kan het – is het aanleggen van dubbele luidsprekerbedrading. Als je het doet, dan alleen met gelijksoortige kabels. Vervang als je niet aan bi-wiring gaat doen in ieder geval de verbindingsstrip achter op de luidsprekeraansluitingen door een stukje van het aangeschafte luidsprekerdraad.
Bi-amping, één versterker voor het hoog en één voor het laag, eist evenveel zorg als vakmanschap van de AV-adviseur. Let er altijd op dat de luidsprekers in fase worden aangesloten, dat wil zeggen de plus van de luidspreker (vaak rode aansluiting) aan dezelfde aansluiting op de versterker.
Dan terug naar het belang van de luidspreker. Als vele dingen in het leven zijn ze aan een zekere slijtage onderhevig, zij het heel geleidelijk en pas merkbaar als je er een nieuwe set voor in de plaats zet. Dat slijtageproces zit ‘m vooral in de achteruitgang van de onzichtbare componenten op het wisselfilter (bijvoorbeeld uitdroging van de condensator) en in de veranderde eigenschappen van de rubberen ring waar de conus in het chassis is bevestigd. Bij goedkope luidsprekers zou je een termijn van acht tot tien jaar aan kunnen houden, bij oorspronkelijk duurdere modellen is dat langer, tot maximaal zo’n vijftien jaar.
Toch blijft menig luidspreker jarenlang in de kamer staan, meestal omdat de drempel om nieuwe aan te schaffen hoog ligt of de vormgeving bijna onlosmakelijk is geïntegreerd in het interieur. In menig woonkamer staan de luidsprekers verdekt opgesteld – lees voor het oog weggesaneerd – en wordt de kwaliteit daardoor al vaak om zeep geholpen voor ze oud geworden zijn.
Die opstelling is misschien nog wel belangrijker dan de kwaliteit van de luidspreker zelf. Een beetje gechargeerd kun je stellen dat de eigenschappen van dure luidsprekers teloor gaan door ze slecht op te stellen – bijvoorbeeld op de vloer als ze klein zijn, of als ze groot zijn achter de bank omdat ze anders te veel opvallen. Geef ze de ruimte overeenkomstig het gekozen formaat en de adviezen van de winkelier en/of fabrikant.
Zorg er in ieder geval thuis voor dat de luidsprekereenheden niet achter objecten als stoel of schemerlamp staan, maar vrij tot de luisterplaats kunnen stralen en de afstand tot die luisterplek gelijk is. Maak de afstand tussen de luidsprekers niet groter dan zo’n 3 meter. Zorg voor symmetrie tussen de luidsprekers en de belangrijkste luisterpositie.
Tips na aanschaf van de luidsprekers
- Zorg voor een goede luidsprekerkabel. Houd ze zo kort mogelijk. Naarmate de lengte toeneemt, moet de diameter worden aangepast (van 1,5mm2 naar 4mm2).
- Laat beide kabels ongeveer even lang zijn. Bind de overtollige lengte in lussen op.
- Maak jaarlijks bij gebruik van losse kabeleinden de kabel ietsje korter door een verse strip te maken en klem deze stevig in de aansluiting aan de versterker- en luidsprekerkant.
- Alle verbindingen in de keten minimaal jaarlijks controleren en reinigen (vervuilde en gecorrodeerde contacten verhogen de weerstand en daarmee de klankeigenschappen).
- Breng alle componenten in verhouding bijeen: luidsprekers tot plm. de helft van het totaal te besteden budget, de versterker, CD-speler en bekabeling de rest.
Auteurs: Marnix Bosman, Bert Oling en Theo Wubbolts
een interessant artikel omtrent plaatsing van de luidsprekers treft u hier: https://www.crutchfield.com/S-NLeIRFR9s0D/learn/home-stereo-speaker-placement.html
We schrijven 18 december 2021: 90 years ago today, EMI engineer Alan Dower Blumlein filed a patent for a two-channel audio system, or what we now know as ‘Stereo’. The patent went under the title ‘Improvements in and relating to sound-transmission, sound-recording and sound-reproducing systems’, and describes in great detail an electronic method of reproducing sound from two microphones and two loudspeakers. Blumlein called this system ‘Binaural’ from the human factor of having two ears by which we hear sound.
Alan Blumlein’s IEEE Commemorative Milestone Plaque now sits pride of place on the front of the building.