Auteur: Michel van Meersbergen
Harmonieuze Brit
De Brexit lijkt te zijn ontaard in een onnavolgbare klucht waar alleen ingewijden tot de diepste krochten van de Engelse humor nog maar lichtjes de mondhoeken omhoog weten te dwingen. Je zou bijna vergeten dat het eiland een nogal stevige traditie kent in het hebben van… tradities. Persoonlijk vind ik het improvisatievermogen daar één van. Meer herkenbaar zal de ‘stiff upperlip’ zijn. Stoïcijns de zaken accepteren, een les uit het verleden omhelzen en de blik vooruit zetten. Schuin voor mij staat een prachtig voorbeeld daarvan: de Ekco EVH koptelefoonversterker/voorversterker.
Schaamt u zich niet wanneer u nog nooit van Ekco gehoord heeft. Ondergetekende moest ook even zoeken, al kwam de naam mij niet geheel onbekend voor. Ergens in mijn herinnering ben ik die naam weleens tegengekomen op een radiobuis uit de jaren ‘30. In het Verenigd Koninkrijk is Ecko een naam die, hoewel misschien meer nostalgisch omgeven, een stuk bekender is. Opgericht in 1924 door Eric Kirkham Cole is Ekco een klinkende naam geweest in huishoudens en bijna alles militair. Van radio’s, zenders, televisies, buizen, lampen en radar- en meetapparatuur tot huishoudelijk plastic in de vorm van wc-brillen tot babybadjes (zoek op Ekco Superbath voor een waarachtige designklassieker). Ekco heeft het, onder die specifieke naam, tot 1960 geproduceerd. Overnames en verkopen deden het bedrijf zowel groeien als opsplitsen en het laatste nog als Ekco herkenbare onderdeel, de radar-tak, werd in 1970 door ons eigen Philips overgenomen waarmee een einde kwam aan het bedrijf als zodanig en de vergetelheid kon toeslaan. Totdat in 2005 de IAG Group de merknaam overnam en ging gebruiken voor een lijn klassieke voornamelijk analoge audioproducten. De IAG Groep kent u weer als overkoepelend consortium via klinkende namen als Quad, Luxman, Wharfedale, Mission, Audiolab en Castle Acoustics.
Ekco EVH
De EVH is een onvervalste buizen koptelefoonversterker die ook als voorversterker kan fungeren. Voor de versterking is gekozen voor een combinatie van de 6SN7 en 6SL7. Dat stemt mij hoopvol, in die zin dat ik deze buizen in potentie een streep voor op de veelgebruikte ECC81/82/83 en 88 vind hebben. Het versterkingscircuit kent een feedback-circuit en hoewel dat bij puristen de wenkbrauwen niet geheel in smaak zal doen vallen is het mijn ervaring dat als een dergelijk circuit goed wordt toegepast de eventuele negatieve effecten daarvan nauwelijks tot niet waarneembaar zijn. Beschouw het als een stukje ingebouwde zekerheid.
De EVH is uitermate klassiek vormgegeven. De opbouw is typisch jaren ‘50/’60 met de bekende trafobak achterop en de buizen aan de voorzijde. De zijpanelen zijn fraai afgewerkt met panelen van Louro Preto in pianolak. Op het voorpaneel vinden we een volumeknop en twee toggles, één als input-selectie en de ander laat de EVH schakelen tussen koptelefoon- of voorversterker. Voor het koppelen van een koptelefoon is zowel een 4-polige gebalanceerde als een 6,35 mm jack aanwezig. De twee kleine VU-meters zijn een leuk detail en maken de ‘vintage feel’ helemaal af. Het geheel staat op een viertal conusvoetjes die, vanwege een trafo die onder het chassis is gemonteerd, iets verlengd zijn wat dan weer een meer modern gevoel brengt. Dat gevoel wordt nog eens versterkt door de lichte welving onderaan het voorpaneel die we ook weer terugvinden op de trafobak en de beschermkooi van de buizen. Leuk detail is de beschermkap van de onderop gemonteerde trafo die ook die vorm volgt. De beschermkooi voor de buizen is - gelukkig - te verwijderen.
Ook op het achterpaneel laat de EVH haar moderne kanten zien. Voor de input zijn beschikbaar een XLR, RCA, USB, Optische en een COAX-ingang. Als output is een enkele RCA beschikbaar voor een eindversterker. Ook is er een keuzeschakelaar waarmee de versterking naar wens hoger gezet kan worden. Qua ingangen wordt het al een beetje verraden: er is een DAC aan boord en wel een die de bekende formaten op 24 bits tot aan 192kHz aan kan. Speel je via USB, dan loopt het door tot 384kHz en komt ook DSD256 beschikbaar.
Met een input impedantie van 5 kOhm en een uitgangsimpedantie van 32 tot 300 Ohm weet de EVH een uitgangsvermogen van 500 mW te genereren. U leest het goed: een ‘whopping’ 0,5 Watt - wat voor alle koptelefoons natuurlijk meer dan voldoende moet zijn. Met een elegant gewicht van 5,5 Kg en een afmeting van 220 x 300 x 175 mm zal de EVH overal in huiskamer, werkkamer of kantoor een plekje kunnen vinden.
Luisteren
Voor de review van de EVH een tweetal koptelefoons: de AKG N90 en de Abyss Diana Phi, en een IEM in de vorm van de onvolprezen Final E2000. Qua financiën hebben we het weergave-spectrum wel redelijk rond dacht ik zo. De EVH kwam hagelnieuw hier ten huize en heeft eerst een kleine 70 uur continu gespeeld waarbij ik alleen gelet heb of de weergave voldoende stabiel genoeg werd om tot echt luisteren over te gaan. Alle muziek gaat via Audirvana en als flac in verschillende resoluties vanaf de iMac naar de EVH.
De E2000 mag het spits afbijten en eigenlijk is het vanaf de eerste tonen merkbaar. Ondanks de (relatieve) beperkingen van de E2000 laat de EVH ze opbloeien als nooit tevoren. Het laag is een stuk meer gecontroleerd, het hoog ronder en met meer (relatieve) doortekening. Het midden meer geprononceerd en met een lading meer ruimte dan dat ik gewend ben. Vooral ‘elektronica’ in de brede zin van het woord komt erg goed uit de verf en ben uiteindelijk nog meer onder de indruk van het feit dat een dergelijke weergave uit de budget €2000 kan komen. Natuurlijk kan dit geen serieuze indicatie van de kwaliteiten van de EVH zijn, maar toch… Die kwaliteiten worden beter waarneembaar bij de N90. Hoewel ik het een fijne koptelefoon vind blijft het voor mijn gevoel toch een beetje ‘boxy’ met een echt koptelefoon-gevoel: veel in het midden van het hoofd en qua breedte letterlijk sterk begrenst bij de oren.
De EVH weet het ‘boxy’ prima ongedaan te maken. Een meer harmonieuze weergave van laag tot hoog begint met de N90 waarneembaar te worden, dit samen met een meer ruimtelijke ervaring. ‘Het lijkt erop dat de EVH de grenzen van de N90 laat horen’, zo heb ik ergens op een papiertje gekrabbeld. Het echte vuurwerk barst los met de Abyss Diana Phi. Deze koptelefoon neemt naar mijn gevoel geen gevangenen. Als er iets aan de kant van de bron of de versterking niet in orde is, wordt dat pijnlijk duidelijk gemaakt. Aan de EVH heeft het niet gelegen, want wat een verfijning, ruimte, detail en onwaarschijnlijk luisterplezier heb ik met deze combinatie weten te beleven. En dat met luistersessies die tot mijn eigen verassing vaak langer dan 4 uur hebben geduurd. Voor de volledigheid voel ik mij wel verplicht te melden dat niet alleen de Abyss een standje ‘zeur’ kent. De EVH laat precies horen wat het wat melige ‘shit in - shit out’ nu precies behelst. Bijvoorbeeld sommige Blue Note stereoproducties luister je met deze combinatie puur voor het creatieve.
Conclusie
De EVH is een bijzonder fraaie koptelefoonversterker die opvalt door een prachtig gedoseerde weergave in het geluidsspectrum. Nergens heb ik een overdreven laag of puntig hoog kunnen waarnemen, wat ook wel iets zegt over de integratie tussen de DAC en de versterker zelf - dat mag ook wel even genoemd worden. Ondanks de onverbiddelijke houding naar de opnamekwaliteit - mede afhankelijk van de kwaliteit koptelefoon - waardoor een deel van de muziekcollectie misschien wat minder vaak geluisterd gaat worden, zal een deel dat voorheen minder geluisterd werd zichzelf waarschijnlijk nu wel in alle pracht weten te openbaren. Daar durf ik mijn hand voor in het vuur te steken. Met een adviesprijs van 1.999 euro gezien de kwaliteit zelfs aan de lage kant, haal je een serieus stuk audio in huis waar je jaren plezier aan gaat beleven. Wil je de ervaring nóg een stapje hoger brengen? Ga dan op zoek naar NOS 6SN6 / 6SL7 (RCA, Sylvania, Tung-Sol) of de Europese equivalenten ECC33 / ECC35 (Mullard, Philips). De laatste jaren helaas aan prijs, maar we hebben nu eenmaal een hobby, niet waar?
Met dank aan Headphone Auditions te Amsterdam voor het uitlenen van de Abyss Diana Phi
Deze recensie verscheen in HifiVideoTest 6/2019